De dagen van Freddie Obdeyn zijn akelig leeg. Haar twee dochtertjes bezoeken een daginternaat, haar man Kees is meestal op zakenreis. Dan komt plotseling het bericht dat Kees bij een ontploffing is omgekomen. Freddie moet zichzelf bekennen dat zij geen treurige weduwe is; hun huwelijk was nog maar een formaliteit. Met een gevoel van opluchting verkoopt ze hun fraai verbouwde boerderij en begint een nieuw leven in het naburige stadje. Haar dochtertjes mogen een gewone basisschool bezoeken en zelf zet ze een bedrijfje voor kinderopvang op. Freddie geniet van dit drukke, gezellige bestaan. Maar als ze verliefd wordt duiken er problemen op.