De jonge, alleenstaande Merle, vindt een baan als secretaresse op het informatie-adviesbureau van Joris Bichon van IJsselmonde. Het werk is een kolfje naar haar hand, maar ze weet zich absoluut geen houding te geven tegenover haar baas. Dat komt voort uit haar minderwaardigheidscomplex vanwege haar uiterlijk. Merle mag dan geen schoonheid zijn, aardig is ze zeker. Als vrijwilligster bezoekt ze ziekenhuispatiƫnten. Zo ontmoet ze ook Anton: een zwaar depressieve jongeman. De vriendschap die ze met hem sluit blijkt te ontaarden in een akelige eenrichting-relatie. Merle dreigt in zijn emotionele wurggreep te stikken. Gelukkig is daar haar baas Joris, een nuchter en vrolijk type. Veel misverstanden tussen de hoofdpersonen houden de spanning vast tot de laatste bladzijde, als Merle en haar geliefde elkaar voor altijd in de armen vallen. Een pakkende, hedendaagse roman met humor en een goede afloop.