Emile en Heleen zijn een tweeling. Ze kunnen het samen uitstekend vinden, todat Emile overal torren en spinnen begint te zine. Het lijkt wel of de beesten hem opzoeken: als hij een irritant loszittende zool van zijn schoen trekt, krioelt het daar binnenin van de insecten. Een puistje op zijn arm barst open en blijkt allemaal wriemelspinnetjes te bevatten. Emile wordt er gek van. Maar wat hebben die beesten eigenlijk te maken met Heleen?