Samen met de kinderen uit de buurt gaat Pietje Bell een circus beginnen. Pietje, Engel en Peentje zijn de circusbazen en verzorgen zelf ook voorstellingen. Ze verzamelen allerlei oude spullen om hun circus mee in te richten en loslopende dieren worden getraind om een kunstje te vertonen. Zo zal er een gedresseerde hond zijn die kan tellen en zeggen hoe laat het is, olifanten met echte olie, een blaffende zebra, een leeuw uit de Indische bossen van Afrika, enzovoorts. En wat te denken van een echte kannibaal, worstelaars en een in Amerika gevangen Russische zebra? Het publiek geniet, maar wacht eigenlijk op het hoofdnummer van het programma: de goocheltoeren van Pietje Bell. En reken maar dat daar de vonken vanaf vliegen!