Daar op Klein Bergvliet was het, waar de zon de hele middag over het dak had gebrand, zodat daarbinnen alle deuren en luiken zorgvuldig gesloten waren geworden en het zo stil geleken had of nergens een sterveling huisde, dat tegen de vroege avond de grote staldeur langzaam geopend werd en de jongste dochter Gine daar naar buiten trad met haar emmer melk voor de jonge kalveren, die in de kleine wei niet ver van huis liepen en die ze elke avond om deze tijd ging Drenken. Zij keek met wat strakke blikken de broeiige omgeving in en zuchte even, ze voelde de benauwde hitte van vandaag nog overal rondom hangen. Zo warm was het toch geweest... zo warm en dat in oogsttijd.