Sven is niet gelukkig thuis. Zijn vader trekt Svens broer Lennart voor. Die wint zwemwedstrijden en doet alles wat zijn vader wil. Maar Sven krijgt steeds de volle laag. Hij weet zijn blauwe plekken zorgvuldig te verbergen. Niemand mag weten dat hij thuis wordt geslagen. Zeker Roosmarijn niet, op wie hij verliefd is. Roosmarijn verbergt haar probleem niet. Ze vertelt de klas dat hun favoriete leraar zijn handen niet thuis kan houden, maar ze wordt niet geloofd. Alleen Sven komt voor haar op. Er gaat steeds meer mis. Sven dreigt alles te verliezen wat belangrijk voor hem is. En dan bedenkt hij een oplossing waar hij zelf heel erg van schrikt...