Het was de dag waarop mijn grootmoeder ontplofte. Ik zat in het crematorium, luisterend naar het zachte gesnurk van mijn oom Hamish in volmaakte harmonie niet Bachs Mis in B klein, en het kwam bij me op dat het telkens weer de dood leek te zijn die me naar Gallanach deed terugkeren.
Prentice McHoan is teruggekeerd in de boezem van zijn complexe maar duurzame Schotse familie. Prentice is zeventien en zit vol vragen over het McHoan - verleden en -heden, maar er zijn vele zaken die om zijn aandacht vechten: de dood, sex, drank, God en drugs...
'Geschreven niet een aanzienlijke beeldende subtiliteit en een mooie toets... Wellicht de beste en meest ambitieuze Schotse roman sinds de jaren zestig.'- New Statesman and Society
'Banks bewijst telkens dat hij twee zeldzame trucs beheerst: hij combineert snelle plotlijnen niet een lome literaire dictie, en hij mixt een weelde aan sociaal realisme niet uitbarstingen van bizarre fantasie.'- The Times
'Prentice is een zeer innemende verteller. Hij zit vol zelfkritiek, is grappig en houdt zichzelf hopeloos voor de gek.' - Daily Telegraph
'Wat een vaart, verwikkelingen, intensiteit en bovenal hippe sexy humor... versterkt Banks' reputatie als een van de meest begaafde, energieke en stimulerende Britse auteurs.' - Time Out